CRvB: Haagse versie kostendelersnorm bij niet-rechthebbende huisgenoot

Gelet op de aanvraag om voorzetting van bijzondere bijstand in verband met de terugval in inkomsten door toepassing van de kostendelersnorm, heeft het college de bijstand verhoogd met € 46,75, zijnde 3,33% van de gehuwdennorm. De verhoging is gebaseerd op het in het handboek van het college opgenomen beleid Kostendelersnorm “Haagse versie” dat inhoudt, voor zover hier van belang, dat een niet-rechthebbende medebewoner, zoals de echtgenoot, voor de vaststelling van de hoogte van de kostendelersnorm niet wordt meegeteld als medebewoner. Op grond van dit beleid heeft het college de voor appellante en voor haar twee meerderjarige kinderen vastgestelde kostendelersnorm van 40% van de gehuwdennorm verhoogd met 3,33% van de gehuwdennorm. Hiermee komt het totaalbedrag van de binnen het gezin van appellante verleende bijstand op 3 x 43,33% = 130% van de gehuwdennorm....

Artikel 22a van de PW schrijft dwingend voor op welke wijze de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt verlaagd indien een belanghebbende een of meer kostendelers heeft. Het college is dan ook verplicht de kostendelersnorm toe te passen en heeft geen ruimte voor een belangenafweging. Op grond van artikel 94 van de Grondwet is het, althans in beginsel, mogelijk dat nationale wettelijke voorschriften, die in strijd zijn met ieder verbindende, internationale bepalingen in verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, geen toepassing vinden. Er zal dan sprake moeten zijn van bijzondere omstandigheden in een concreet geval.

Hoger Beroep afgewezen
CRvB 17/7895 PW, 4.9.18
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2018:2842