Rb: Dublinclaim Italië voor moeder met NLse kinderen terecht

De vreemdeling heeft twee minderjarige kinderen, die naast de Eritrese nationaliteit ook de Nederlandse nationaliteit hebben. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt gesteld dat de twee minderjarige NLse kinderen te allen tijde als Unieburgers met de vreemdeling mee kunnen reizen. De staatssecretaris heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de situatie van de kinderen onlosmakelijk is verbonden met die van de vreemdeling. Op grond van de Dublinverordening, valt de situatie van de kinderen derhalve onder de verantwoordelijkheid van Italië. De rechtbank onderschrijft dit standpunt. De vreemdeling heeft niet aannemelijk gemaakt of onderbouwd dat zij en haar kinderen, vanwege de Nederlandse nationaliteit van de kinderen, aan hun lot zullen worden overgelaten. De staatssecretaris heeft in deze omstandigheden dan ook geen aanleiding hoeven zien om de asielaanvraag aan zich te trekken.

Rb Amsterdam, NL19.12549 en NL19.12550, 20.6.19