Rb: geen bewijs afhankelijkheid vader van NLs kind die pas recent is ingereisd en erkend heeft

Deze Surinaamse vader heeft zijn kind pas erkend toen het drie jaar oud was en vraagt nu verblijf bij kind. De moeder woont in een beschermd-wonen programma. De IND vind dat de afhankelijkheid niet is aangetoond.

De persoonlijk begeleider van eisers partner schrijft dat eiser contact heeft met referente in de avonden en weekenden en dat referente sinds eisers komst naar Nederland makkelijker is in de omgang. Woonconsulent schrijft dat inwoning van eiser bij zijn partner en referente wordt gezien als een logische stap in de richting van het creëren van een vaste gezinssituatie voor eisers partner en referente. Ook hierin ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat referente zodanig van eiser afhankelijk is dat zij eiser zou moeten volgen naar Suriname als het bestreden besluit stand zou houden.

Verder voert eiser aan dat hij een goede baan heeft gevonden en dat hij daardoor zijn partner en referente financieel kan onderhouden. Hoewel eisers vertrek uit Nederland nadelig zal zijn voor de economische positie van eisers partner en referente, ziet de rechtbank ook hierin niet de vereiste afhankelijkheid. Daartoe is redengevend dat eiser niet heeft onderbouwd wat de economische situatie van zijn partner is en dat er in Nederland altijd kan worden teruggevallen op het sociale vangnet. Beroep ongegrond.

Rb Middelburg AWB 19 / 739, 16.4.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:3845