Rb: geloofwaardigheid mensenhandel als asielgrond staat los van opsporingsindicaties

De rekrutering in het kader van mensenhandel behoort tot de kern van het asielrelaas. De staatssecretaris zal de gestelde mensenhandel inhoudelijk moeten beoordelen en indien hij dit niet geloofwaardig vindt, dit ook inhoudelijk moeten motiveren. Voorts is de omstandigheid dat de aangifte niet tot strafrechtelijke vervolging heeft geleid, zonder nadere toelichting niet relevant voor de vraag of de mensenhandel geloofwaardig moet worden geacht. Dit brengt mee dat het standpunt van de staatssecretaris dat de opvang bij tante X, van waaruit de vreemdeling met de mensenhandelaar in contact is gekomen, als adequaat kan gelden, onvoldoende is gemotiveerd. Immers is ook in dat kader van belang of het optreden van Y als mensenhandel gekwalificeerd moet worden. De rechtbank onderkent dat de vreemdeling thans nog maar vijftien jaar oud is en dat zij er belang bij heeft op korte termijn duidelijkheid te krijgen.

Rb Amsterdam, NL19.23803, 2.3.20