Rb: onderzoek nodig naar psychische hulp in Ivoorkust, verklaring ambassade bewijst identiteit

De vreemdeling heeft de Ivoriaanse nationaliteit. Zij stelt suïcidaal te zijn en waarschijnlijk zelfmoord te plegen bij daadwerkelijke uitzetting. De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris o.g.v. het Paposhvili-arrest dient uit te zoeken of de vreemdeling daadwerkelijk de benodigde medische behandeling kan krijgen in Ivoorkust.

De vreemdeling heeft haar nationaliteit en identiteit aangetoond d.m.v. een verklaring van de Ivoriaanse ambassade. Ook is in de procedure niet getwijfeld over haar herkomst, waardoor haar nationaliteit vaststaat. Bovendien blijkt uit het Paposhvili-arrest niet dat de nationaliteit d.m.v. een paspoort of identiteitskaart vastgesteld dient te worden.

Nu de nationaliteit vaststaat, dient onderzocht te worden of behandeling kan plaatsvinden in Ivoorkust. Uit het feit dat de kinderen van de vreemdeling uit huis geplaatst zijn, blijkt overduidelijk dat zij momenteel niet voor hen kan zorgen. Uit de second opinion van de GZ-psycholoog blijkt dat de vreemdeling een gevaar voor zichzelf vormt. Ook is zij gezien de ernst van de ziekte niet in staat om te reizen.

De staatssecretaris heeft niet zonder meer kunnen aannemen dat de benodigde medische voorzieningen voor de vreemdeling feitelijk toegankelijk zijn, reeds vanwege het ontbreken van identiteitsdocumenten. Hierdoor heeft het bezwaar een redelijke kans van slagen. De uitzetting dient derhalve achterwege te blijven tot en met vier weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar.

Rb Groningen, AWB 18/518, 22.6.18