Rb: oordeel voogdij bij familielid in NL door Surinaamse Rb serieus nemen

Verweerder heeft de aanvraag tot het verlenen van een mvv voor het doel 'verblijf als familie- of gezinslid bij voogd' afgewezen. Niet is gebleken dat wordt voldaan aan de voorwaarde dat eiser in Suriname geen aanvaardbare toekomst heeft.

Uit een beschikking van een kantonrechter te Paramaribo blijkt dat referente die in Nederland woont tot eisers voogd is benoemd. Dat aan de beschikking van de kantonrechter gedegen onderzoek vooraf is gegaan, blijkt uit het feit dat rapporten van het BUFAZ en de RvdK zijn meegewogen. De Rb heeft geen reden om te twijfelen aan de vraagstelling of de kwaliteit van het onderzoek van het BUFAZ. Verweerder heeft zich onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat niet is gebleken dat eiser niet of bezwaarlijk door in het lvh wonende naaste bloed- of aanverwanten kan worden verzorgd. Verweerder heeft onvoldoende waarde gehecht aan de conclusies uit voornoemde rapporten.

Verweerder heeft evenmin onderkend dat de RvdK in zijn rapport heeft geconcludeerd dat referente een stabiele opvoedsituatie voor eiser kan bieden. Tevens geeft de RvdK aan dat eiser niet tot zijn volwassenheid kan verblijven bij de moeder van referente en dat het in zijn belang is dat hij naar Nederland komt. Gelet hierop heeft verweerder zich onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat niet is gebleken dat de moeder van referente niet voor eiser kan blijven zorgen.

Het feit dat referente is benoemd tot voogd van eiser is op z'n minst een aanwijzing dat er kennelijk niemand anders geschikt is dan referente om voor eiser te zorgen. Indien verweerder hieraan twijfelt, ligt het op de weg van verweerder om hier zelf onderzoek naar te doen.

Verweerder had moeten beoordelen of er aanleiding bestond om van de Vc 2000 af te wijken. Nu dit niet is gedaan, is er sprake van een motiveringsgebrek. Beroep gegrond.
VK Rb Haarlem, AWB 19/1734, 16.7.19