Rb: opvang tijdens asielprocedure, ondanks rechtmatig verblijf op grond van reguliere status

Het COA heeft de vreemdelingen mondeling medegedeeld dat zij de opvang dienen te verlaten, omdat zij ook rechtmatig verblijf hebben op basis van een reguliere verblijfsvergunning. De vreemdelingen stellen dat zij wel recht op opvang hebben nu zij een asielaanvraag hebben ingediend en hebben verzocht om beëindiging van de reguliere verblijfsvergunning.

Naar het oordeel van de rechtbank kan het feit dat de vreemdelingen reguliere verblijfsvergunningen hebben niet in de weg staan aan het verstrekken van opvang. De vreemdelingen hebben immers asielaanvragen ingediend en daarmee vallen zij onder de reikwijdte van artikel 3, eerste lid, van de RvA 2005.

Rb Roermond, AWB/18/5927 en AWB 18/5929, 21.8.18