RvS: art-64 want levering medicijnen nierziekte Armenie onzeker

De Raad van State heeft de uitspraak van de rechter bevestigd.

De vreemdeling heeft opschorting van vertrek aangevraagd o.g.v. art. 64 Vw. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de medicatie die zij nodig heeft in het land van herkomst niet beschikbaar is. Nu de vreemdeling haar identiteit en nationaliteit niet aangetoond heeft middels origineel documenten en hiervoor geen verschoonbare reden heeft, kan zij niet aannemelijk maken dat de noodzakelijke medische zorg in het land van herkomst voor haar niet toegankelijk is.

De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat er een medische noodsituatie zal ontstaan indien de vreemdeling niet kan beschikken over het medicijn Tacrolimus. Uit het BMA advies blijkt dat dit medicijn voor geregistreerde patiënten altijd beschikbaar is bij ‘the Arakbir medical center’ maar de vreemdeling is niet geregistreerd bij dit medisch centrum waardoor niet duidelijk is of het medicijn ook voor haar beschikbaar zal zijn. De andere apotheken hebben een levertijd van een week en de verkrijgbaarheid is instabiel. Ook blijkt uit het BMA-advies dat in Armenië onderbrekingen van de medicijnvoorraden voorkomen die ene maand of langer duren, en er is derhalve sprake van een situatie als genoemd in art. De medische behandeling is daarom niet beschikbaar in het land van herkomst.

Rb Groningen, 17/16494, 15.5.18
RvS 201804887/1/V1, 4.4.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:1074