RvS: IND moet buitenschuld aanvraag zelf beoordelen, ook zonder DT&V advies

De vreemdeling voert aan dat de staatssecretaris ten onrechte slechts heeft gewezen op het ontbreken van een positief zwaarwegend advies van de DT&V. Verder voert hij aan dat hij met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie tevergeefs heeft geprobeerd in bezit te komen van officiële documenten van de Iraakse autoriteiten en dat dit in zijn situatie onmogelijk is. Volgens de vreemdeling heeft de DT&V naar aanleiding van zijn verzoek om hem te helpen bij het verkrijgen van documenten uitsluitend laten weten dat het aan hem is om documenten te verkrijgen en niet beoordeeld wat hij hierover naar voren heeft gebracht.

Zoals de Afdeling heeft overwogen is het aan de staatssecretaris om te beoordelen of een vreemdeling voldoet aan de vereisten voor het verlenen van een verblijfsvergunning regulier op grond van het buitenschuldbeleid en kan de staatssecretaris een aanvraag om zo'n vergunning niet afwijzen op de enkele grond, dat de DT&V geen positief zwaarwegend advies heeft afgegeven.

Zoals uit de hiervoor genoemde uitspraak van de Afdeling voortvloeit, dient de staatssecretaris, na te gaan of de DT&V terecht geen positief zwaarwegend advies heeft afgegeven. De rechtbank heeft dit niet onderkend. Grieven 1 en 2 slagen.

RvS 201809785/1/V1, 12.11.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:3800