RvS: inzicht in persoonlijk inkomen nodig voor oordeel betaalbaarheid medicijnen bij terugkeer

De staatssecretaris klaagt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt dat de medicijnen die zij nodig heeft in Zimbabwe feitelijk niet toegankelijk voor haar zijn. Daarover voert hij, samengevat weergegeven, aan dat zij weliswaar de kosten van die medicijnen heeft aangetoond, maar niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij die medicijnen niet kan betalen.

De staatssecretaris betoogt terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de vreemdeling daarin is geslaagd, enkel door het overleggen van de informatie over het gemiddelde inkomen van een inwoner in Zimbabwe en het verschil tussen dat inkomen en de kosten van de benodigde medicijnen. De staatssecretaris voert terecht aan dat de vreemdeling met die informatie nog geen inzicht in haar eigen financiële situatie heeft gegeven. De vreemdeling staaft niet haar stelling in de schriftelijke uiteenzetting dat het niet mogelijk is om dat inzicht te geven. Daarom wordt niet toegekomen aan het betoog van de vreemdeling in haar schriftelijke uiteenzetting dat van haar niet kan worden verwacht dat zij haar familieleden om inzicht in hun financiële situatie of financiële steun vraagt.

De grief slaagt. Het hoger beroep is kennelijk gegrond.
RvS 201900336/1/V3, 17.6.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:1918