RvS: vestigingsalternatief Kabul voor ontheemden onderzoeken

De vreemdeling heeft vanaf omstreeks 2010/2011 tot aan zijn vertrek uit zijn land van herkomst in het leger gediend. Zijn familie werd in zijn woonplaats vanwege zijn werkzaamheden in het leger lastig gevallen door de Taliban, die op zoek waren naar de vreemdeling.

De staatssecretaris wijst de aanvraag af omdat de vreemdeling een vestigingsalternatief heeft in Kabul. De vreemdeling stelt dat de staatssecretaris hem ten onrechte een vestigingsalternatief in Kabul heeft tegengeworpen. Daartoe voert hij aan dat de algehele veiligheidssituatie in Kabul dat niet toelaat, dat Taliban de vreemdeling daar kunnen traceren, dat er voor terugkeerders geen werk en onderdak is en dat er geen leden van zijn clan in Kabul leven.

Nassar het oordeel van de rechter heeft de staatssecretaris onvoldoende gemotiveerd dat van de vreemdeling, die bij terugkeer als binnenlands ontheemde moet worden aangemerkt, redelijkerwijs kan worden verwacht dat hij zich in Kabul vestigt. de rapporten volgt dat sprake is van een gebrek aan basisbehoeften als voedsel, water, huisvesting en gezondheidszorg en de situatie kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet meer worden beoordeeld als “omstandigheden die naar plaatselijke maatstaven gemeten als normaal zijn aan te merken”, als bedoeld in C2/3.4 Vc. De staatssecretaris heeft zijn standpunt, dat Kabul voor de vreemdeling als vestigingsalternatief kan gelden onvoldoende gemotiveerd.

Rb Rotterdam, NL17.3419, 6.3.18
HB Staatssecretaris ongegrond: RvS, 201802790/1, 25.2.19