SvJ&V: geen 15c Libie, wel nieuwe risicogroepen

Op basis van het ambtsbericht ben ik van mening dat er geen sprake is van een uitzonderlijke situatie zoals bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn. In het huidige beleid voor Libië staan de volgende risicogroepen opgenomen.

  • LHBT’s;
  • (bekeerde) christenen;
  • (staatloze) Palestijnen;
  • politieke activisten;
  • mensenrechtenactivisten;
  • leden van het justitieel apparaat;
  • werknemers van non-gouvernementele organisaties;
  • journalisten;
  • vrouwen die werkzaam zijn in de publieke sector;
  • vreemdelingen die behoren tot een stam waarvan bekend was dat zij loyaal waren aan het bewind van Gaddafi; en
  • vreemdelingen die als (onder)officier hebben gediend tijdens het Gaddafi regime.

Naar aanleiding van het ambtsbericht ben ik van mening dat er een aantal nieuwe risicogroepen aan het beleid toegevoegd dienen te worden. Zo volgt uit het ambtsbericht dat personen die oppositioneel gekant zijn of als opposant gezien worden door de verschillende feitelijke machthebbers in Libië risico lopen op willekeurige arrestaties en detenties, ontvoering, intimidatie, gericht geweld of moord. Daarnaast zijn vrouwen die politiek of anderszins maatschappelijk actief zijn onvoldoende belicht binnen de bestaande risicogroepen. Ten aanzien van Gaddafi-loyalisten kan voorts niet zonder meer gesteld worden dat zij in heel Libië een risico op vervolging lopen. Ten slotte vloeit uit het ambtsbericht voort, dat in aanvulling op mensenrechtenactivisten, ook mensenrechtenadvocaten risico op vervolging lopen.

https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2020/06/30/tk-landenbeleid-libie/tk-landenbeleid-libie.pdf, 30.6.20