Tijdelijke regeling aannemelijkheid slachtofferschap mensenhandel

Onder meer de Nationaal Rapporteur Mensenhandel pleit ervoor om de identificatie van slachtoffers mensenhandel meer los te koppelen van het strafproces, door het inrichten van een alternatieve, onafhankelijke identificatieprocedure. Het Schadefonds Geweldsmisdrijven wordt gedurende 2018 bij wijze van proef uitgebreid met een Subcommissie slachtofferschap mensenhandel, die tot taak heeft om op aanvraag een multidisciplinair deskundigenbericht uit te brengen over de vraag of het aannemelijk is dat de aanvrager slachtoffer van mensenhandel is. Dat deskundigenbericht kan o.a. helpen bij de aanvraag van een verblijfsvergunning op humanitaire gronden.....

Op dit moment zijn er verschillende partijen, zoals de IND en opvanginstellingen, die worden geconfronteerd met de vraag of het aannemelijk is of iemand slachtoffer van mensenhandel is of niet. Bij een grote groep slachtoffers van mensenhandel kan of wordt het slachtofferschap niet door middel van een strafrechtelijke vervolging van de dader bewezen of vastgesteld. Ook zonder vervolging en veroordeling van de verdachte/dader kan iemand wel degelijk slachtoffer zijn en moet hij of zij dus toegang kunnen krijgen tot bepaalde voorzieningen. Hiertoe dient een procedure te worden ingericht. Om vorm te geven aan een dergelijke procedure, is binnen het Nationaal Verwijsmechanisme Mensenhandel (NVM) het traject ‘multidisciplinaire advisering slachtofferschap mensenhandel’ gestart. In dat kader is in 2015 een verkennend onderzoek verricht. In vervolg hierop wordt in 2018 een operationele pilot uitgevoerd. Deze heeft als hoofddoelen: 1) nagaan of de multidisciplinaire commissie slachtofferschap mensenhandel daadwerkelijk de aannemelijkheid van slachtofferschap kan beoordelen en 2) nagaan of het deskundigenbericht van de subcommissie toegevoegde waarde heeft voor betrokken partijen (zoals de slachtoffers zelf, de IND en opvanginstellingen). Het WODC zal de pilot eind 2018 evalueren.

Inwerkingtreding: 1 januari 2018, en vervalt m.i.v. 1 januari 2019.
Tijdelijke regeling van de MvR, nr 2169425, 18.12.17 in staatscourant Nr. 74288, 28.12.17
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-74288.html