NVVB: tegengaan schijnerkenningen, vragen om verklaring

Bij huwelijken kennen we de verklaring die het aanstaande paar moet afleggen vóór het huwelijk of ten behoeve van de registratie van een in het buitenland gesloten huwelijk. Daarin verklaart het paar dat het huwelijk niet wordt aangegaan of niet is aangegaan met het enkele oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te krijgen. Hetzelfde geldt overigens voor geregistreerd partnerschap. De verklaring vindt zijn grondslag in het BW (art 44, lid onder i) en de Wet BRP (art 2.9). Wanneer later toch blijkt dat het huwelijk een schijnhuwelijk is, kan dat bestuursrechtelijke- of strafrechtelijke gevolgen hebben. Daarbij speelt de afgelegde verklaring ook een rol.

Voor erkenning is er geen wettelijke eis dat een verklaring moet worden afgelegd. Maar in het onderzoek dat de BRP-ambtenaar of de abs moet uitvoeren, kan aan betrokkenen natuurlijk wel gevraagd worden om een verklaring af te leggen waarin staat dat de erkenning niet is gedaan of verzocht slechts met het enkele oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te krijgen. De grondslag voor het onderzoek vind je in artikelen 1:18c, lid 2 BW, 10:100, lid 1 en 10:101, lid 2  BW.

Vanuit het Multidisciplinair Team Schijnerkenningen wordt geadviseerd een dergelijk verklaring te laten afleggen. Je kunt hier een voorbeeld van deze verklaring downloaden.

De regels rondom kinderkenningen zijn in sommige van onze buurlanden aangescherpt om schijnerkenningen tegen te gaan. Dat kan invloed hebben op het aantal verzoeken om kinderkenning dat in Nederland wordt gedaan.

https://nvvb.nl/nl/communicatie/nieuwsberichten/verklaring-ten-behoeve-van-erkenning-van-een-kind/