Rb: ambtshalve oordeel art-64 nodig bij intrekken asielvergunning onbepaald

Bij een intrekking van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd moet de staatssecretaris ambtshalve beoordelen of er reden is voor toepassing van artikel 64 van de Vw 2000, tenzij hij alsnog ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verleent. Deze ambtshalve beoordeling is uitdrukkelijk vermeld in paragraaf C2/10.1 van de Vc 2000.

Het Vreemdelingenbesluit 2000 kent geen soortgelijke bepaling voor de intrekking van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, zoals in de voorliggende zaak. Uit paragraaf C5/4 van de Vc 2000 blijkt echter dat de staatssecretaris paragraaf C2/10.1  van overeenkomstige toepassing heeft verklaard voor de intrekking van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. De staatssecretaris moet daarom ook bij een intrekking van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd - als hij niet ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verleent - ambtshalve beoordelen of artikel 64 van de Vw 2000 in de weg staat aan de uitzetting. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte niet onderkend dat de vreemdeling in dit geval medische stukken heeft overgelegd die de staatssecretaris ten onrechte niet in dat kader heeft beoordeeld.

De grief slaagt. Het hoger beroep is gegrond.
RvS 201906610/1/V3, 14.12.20
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2020:2953