Rb: pilot zwaarwegendheid bij veiligelanders in strijd met vreemdelingenbeleid

De pilot zwaarwegendheid is op 1 maart 2020 gestart en in oktober 2020 “on hold” gezet. Bij brief van 6 oktober 2020 heeft verweerder toegelicht dat in asielzaken die worden afgedaan binnen deze pilot over de relevante elementen géén geloofwaardigheidsoordeel wordt gegeven, maar enkel een zwaarwegendheidsoordeel. Binnen deze pilot vallen vreemdelingen die afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst. Het doel van de pilot is erin gelegen om de juridische (on-)mogelijkheid te verkennen van het achterwege laten van een geloofwaardigheidsbeoordeling in asielzaken waar het relaas hoe dan ook onvoldoende zwaarwegend wordt geacht om te kunnen leiden tot verlening van internationale bescherming. In zaken die onder de pilot vallen, wordt de geloofwaardigheid van het asielrelaas uitdrukkelijk in het midden gelaten. Hiermee wijkt verweerder af van zijn beleid in paragraaf C1/4.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: beleid). Volgens verweerder waarborgt de beoordeling van de zwaarwegendheid dat de afwijzing van de aanvraag er niet toe leidt dat de vreemdeling bij terugkeer naar het land van herkomst heeft te vrezen voor vervolging dan wel een reëel risico loopt op ernstige schade....

Het op grond van artikel 29, eerste en tweede lid van de Vw uitgewerkte beleid vermeldt dat eerst de geloofwaardigheid van de relevante elementen wordt getoetst en vervolgens de zwaarwegendheid van de geloofwaardig geachte elementen. Deze toetsingsvolgorde is ook vermeld in de WI, waarin nader is uitgewerkt welke relevante elementen moeten worden vastgesteld en beoordeeld. ... Door in de pilot asielzaken van een bepaalde groep vreemdelingen niet integraal te beoordelen op geloofwaardigheid, handelt verweerder in strijd met zijn op dit punt dwingend voorgeschreven beleid en met zijn WI, waarin staat dat eerst een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling moet plaatsvinden. Verweerder doet dit zonder dat daarvoor een juridische grondslag bestaat. De rechtbank kan verweerder niet volgen in deze pilot. Indien verweerder de vraag aan de rechtbank wil voorleggen of een dergelijke manier van toetsen haalbaar is - gelet op (internationale) wet- en regelgeving - dan dient hij zijn beleid op dit punt eerst te wijzigen. Het is niet aan de rechtbank om de pilot van verweerder op een wijze zoals die aan haar is voorgelegd, op juridische haalbaarheid te beoordelen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de redenering van verweerder, inhoudende dat hij in het beleid en de WI ruimte heeft gezien om de stap van het beoordelen van de geloofwaardigheid van de gestelde asielproblemen over te slaan, niet kan worden gevolgd.

Het voorgaande betekent dat rechtbank het beroep van eiser gegrond zal verklaren en het bestreden besluit zal vernietigen.
Rb Utrecht 20-17369, 1.2.21
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:11042