Rb: risico op zweepslagen bij terugkeer Iraanse vrouw die van overspel is beschuldigd

De vreemdeling stelt dat zij is mishandeld en bedreigd door haar echtgenoot.

De rechtbank oordeelt als volgt. Dat de mishandelingen door de echtgenoot en de nog van deze echtgenoot te verwachten problemen, waarbij ook de in beroep overgelegde aangifte wegens overspel in aanmerking wordt genomen, onvoldoende zwaarwegend zouden zijn om te leiden tot een reëel risico op ernstige schade, heeft de staatssecretaris onvoldoende gemotiveerd. De staatssecretaris heeft erop gewezen dat de vreemdeling zich heeft kunnen onttrekken aan de mishandelingen en gerechtelijke procedures heeft gevoerd om genoegdoening te krijgen, helaas zonder het gewenste resultaat. Naar het oordeel van de rechtbank geeft de staatssecretaris daarmee onvoldoende blijk van de context waarbinnen het relaas van de vreemdeling zich afspeelt. Daarbij is van belang dat in Iran de echtgenoot op verschillende vlakken zeggenschap heeft over zijn echtgenote en dat de tegen vreemdeling ingediende aangifte van overspel mogelijk wordt bestraft met steniging. Daarmee bestaat nog steeds een reëel risico op ernstige schade. Beroep gegrond.

Rb Middelburg, NL20.20148, 11.2.21
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:1616