Rb: samenwoning met kleinkinderen creëert ‘more than normal ties’

De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom niet wordt uitgegaan van familie- of gezinsleven tussen vreemdelinge en haar kleinkinderen. Er is immers sprake geweest van samenwoning, wat volgens de rechtspraak van het EHRM doorgaans tot de conclusie moet leiden dat sprake is van hechte persoonlijke banden. Daarbij komt dat dat de staatssecretaris erkend heeft dat vreemdelinge belangrijke ondersteuning aan haar kleinkinderen heeft geboden, zeker in de periode dat de vader afwezig was. Zonder nadere concretisering valt niet in te zien dat de omstandigheid dat de moeder van de kinderen aanwezig was om voor hen te zorgen en dat het steeds ging om tijdelijke periodes, afbreuk doet aan de band tussen vreemdelinge en haar kleinkinderen.

Beroep gegrond en de staatssecretaris wordt verboden om vreemdelinge uit NL te verwijderen.
Rb Utrecht, AWB 18/5533 en AWB 18/5534, 6.6.19