Rb: status voor onuitzetbare amv met meerdere aliassen

Eiser is in Europa geregistreerd met zeven aliassen en verschillende namen. Verweerder beslist niet van welke registratie wordt uitgegaan maar gaat wel uit van de minderjarigheid van eiser. Verweerder neemt geen terugkeerbesluit omdat er onderzoek moet worden verricht naar adequate opvang.

Verweerder is echter gehouden een meeromvattende beschikking te nemen. Indien niet wordt vastgesteld dat sprake is van onrechtmatig verblijf kan het niet anders zijn dan dat verweerder het verblijf rechtmatig acht. Feitelijk verblijf toestaan zonder een keuze te maken over de rechtmatigheid van voortgezet verblijf, terwijl eiser niet kan worden uitgezet is onverenigbaar met de Terugkeerrichtlijn en het belang van het kind.

De rechtbank constateert dat gelet op de gevolgen voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen de handelwijze van verweerder vòòr TQ niet wezenlijk verschilt van de handelwijze na TQ. Verweerder lijkt te wachten op een uitspraak van de Afdeling over de reikwijdte van het arrest voor de Nederlandse rechtspraktijk. De rechtbank overweegt dat het passief wachten op een uitspraak van de hoogste nationale rechter terwijl de hoogste Europese rechter reeds uitspraak heeft gedaan, in strijd is met het belang van het kind.

De rechtbank zal om deze reden zelf voorzien in de zaak en bepalen dat deze uitspraak in plaats treedt van het bestreden besluit.
Rb den Bosch NL21.8014, 22.7.21
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:8430