Rb: vreemdelingendetentie wel verschillend van strafdetentie

Niet is in geschil dat op de tenuitvoerlegging van vreemdelingenbewaring in DC Rotterdam de Pbw van toepassing is. Verweerder heeft ter zitting uitgelegd dat in vreemdelingenbewaring een veel soepeler regime wordt gehanteerd. Dat is echter alleen vastgelegd in interne taakstellingen en is volgens verweerder bestendige praktijk, rechtens te kwalificeren als buitenwettelijk begunstigend beleid. In beklagprocedures en administratief beroep krachtens de Pbw kan hierop, zo heeft verweerder ter zitting erkend, geen beroep worden gedaan.

Verweerder heeft ter zitting uitgelegd dat, specifiek voor vreemdelingenbewaring, de functie van detentie-inrichtingswerker (DIW) is gecreëerd. De kwalificaties, vereist voor de in deze functie werkzame ambtenaren, zijn verschillend van die voor de penitentiaire inrichtingswerker (PIW). ... De kwalificaties voor en functiescheiding van DIW’s en PIW’s vormen naar het oordeel van de rechtbank een aanwijzing dat DC Rotterdam kan worden beschouwd als “speciale inrichting”.

Ter zitting heeft de plaatsvervangend directeur van DC Rotterdam geschetst dat Vreemdelingendetentie eigen voorzieningen heeft voor recreatie, sport, bibliotheek en dergelijke. ... Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee afdoende verzekerd dat vreemdelingen gescheiden verblijven van strafrechtelijk gedetineerden.

Verweerder heeft ter zitting uiteengezet dat vreemdelingen zich tussen 08.00 uur en 22.00 uur vrijelijk bewegen binnen de vreemdelingenvleugel kunnen bewegen, met uitzondering van een uur voor de lunch en een uur voor het diner. Dat is 84 uur per week. Strafrechtelijk gedetineerden kunnen zich 43 uur per week vrijelijk bewegen binnen de strafvleugel.Vreemdelingen mogen, anders dan strafrechtelijk gedetineerden, niet werken. Dat heeft er volgens verweerder mee te maken dat strafrechtelijke detentie ook is gericht op resocialisatie; dat is bij vreemdelingenbewaring niet het geval. Vreemdelingen mogen meer uren per week bezoek ontvangen, strafrechtelijk gedetineerden maximaal een uur. Vreemdelingen en strafrechtelijk gedetineerden kunnen niet beschikken over een smartphone, om te voorkomen dat beelden van de inrichting en herkenbare afbeeldingen van personeel ongecensureerd op internet en social media worden gezet.

Alle thans gebleken omstandigheden in aanmerking genomen is de rechtbank van oordeel dat vreemdelingenbewaring in DC Rotterdam niet gelijkstaat aan detentie in een gevangenisomgeving, zoals kenmerkend is voor penitentiaire detentie, ten uitvoer wordt gelegd in een “speciale inrichting” in de zin van artikel 16, lid 1, van de Terugkeerrichtlijn en, voor zover nu kan worden beoordeeld, ook voldoet aan de overige eisen die daaraan op grond van het Unierecht moeten worden gesteld.

Rb Zwolle NL.22.8448, 8.6.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:5588