Rb: zwaar detentieregime moet kunnen leiden tot vrijlating

Artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie garandeert het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en vereist daarmee een effectief rechtsmiddel. De rechtbank concludeert dan ook dat de huidige rechtspraktijk niet verenigbaar is met het Unierecht. De Beklagcommissie en de RSJ doen hier niet aan af omdat zij niet bevoegd zijn om bij het vaststellen van gebreken over te gaan tot beëindiging van de detentie.

De rechtbank zal een beroepsgrond die ziet op het detentieregime en/of de wijze van tenuitvoerlegging hiervan, indien de beroepsgrond is te kwalificeren als “arguable claim”, inhoudelijk beoordelen. Waarna eventueel kan worden overgegaan tot beëindiging van de maatregel.

In de huidige zaak klaagt de vreemdeling dat hij onrechtmatig in afzondering is geplaatst onder cameratoezicht. Deze gebeurtenissen dateren echter van voor de periode van bewaring die nu wordt getoetst, waardoor de rechtbank deze niet inhoudelijk kan beoordelen.

Rb den Bosch NL21.14832, 28.9.21
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:10658