SvJ&V: beoordeling bij veilig land van herkomst

Aanvragen van asielzoekers uit veilige landen van herkomst worden afgehandeld in een verkorte procedure, spoor 2. Nav de RvS-uitspraak dient de motivering van de plaatsing op de lijst te worden aangevuld. Lopende procedures worden zoveel mogelijk afgerond. Of dat mogelijk is, beziet de IND per zaak. Nieuwe instroom uit veilige landen van herkomst wordt in beginsel ingedeeld in spoor 2. In voorkomende gevallen valt enige vertraging in de besluitvorming niet uit te sluiten, aangezien de behandeling van de aanvraag mogelijk moet wachten totdat de herbeoordeling van het betreffende land is afgerond. Het streven is echter die vertraging zo kort mogelijk te houden.

Voor zaken die in beroep lopen, geldt dat deze worden doorgezet voor zover de aanwijzing als veilig land geen onderwerp van geschil is. Indien dat wel zo is, dan beziet de IND per zaak welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden.

Ten aanzien van Marokko, Algerije, Tunesië en Georgië wordt de rechtbank zo nodig verzocht om gelegenheid te bieden het gebrek in de herbeoordeling op korte termijn te repareren. Voor andere veilige landen van herkomst, waarvoor de aanwijzing als veilig land van herkomst bepalend is voor de motivering van het afwijzend asielbesluit en het motiveringsgebrek niet in beroep kan worden hersteld, zal de IND de asielaanvraag opnieuw moeten beoordelen.

Voor eventuele opvolgende asielaanvragen van vreemdelingen uit veilige landen van herkomst, die zich op de Afdelingsuitspraak beroepen, moet er sprake zijn van nieuwe feiten of omstandigheden. De vreemdeling moet onderbouwen waarom de uitspraak in zijn geval moet leiden tot een ander oordeel dan in de eerdere procedure. Wanneer een onderbouwd beroep op de uitspraak wordt gedaan, beziet de IND per aanvraag of het mogelijk is een beslissing te nemen of dat verdere behandeling moet worden aangehouden totdat de herbeoordeling van het betreffende land is afgerond.

Het is van belang om op te merken dat asielzoekers de aanwijzing van hun land van herkomst als een veilig land altijd al konden aanvechten. Ook konden zij al argumenten aanvoeren om aannemelijk te maken dat het land in hun specifieke geval niet veilig is.

Georgië, Marokko en Tunesië zijn inmiddels herbeoordeeld. De landen worden als veilig beoordeeld, met de volgende kanttekeningen:

  • Georgië: met uitzondering van de gebieden die niet onder de effectieve controle van de centrale autoriteiten staan en met verhoogde aandacht voor de mogelijkheid dat het anders kan zijn voor LHBTI’s.
  • Marokko: met uitzondering van (online) journalisten en (mensenrechten)activisten, die kritiek uitoefenen op de Islam, het koningshuis en/of de Marokkaanse regering, onder meer vanwege het officiële standpunt van de regering betreffende de Westelijke Sahara. Hieronder vallen ook de Hirak Rif-activisten en journalisten die verslag deden over de situatie in het Rifgebergte en de demonstraties aldaar. Daarnaast met uitzondering van LHBTI’s en met verhoogde aandacht als het gaat om personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging.
  • Tunesië: met uitzondering van LHBTI’s en personen die aannemelijk kunnen maken dat ze een zogenoemde S17-maatregel op hun naam hebben staan.

https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2021/04/28/antwoorden-kamervragen-over-de-kwalificatie-veilig-land-in-asielzaken/antwoorden-kamervragen-over-de-kwalificatie-veilig-land-in-asielzaken.pdf, 28.4.21

https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2021/05/06/tk-herbeoordeling-veilige-landen-van-herkomst-georgie-marokko-en-tunesie/tk-herbeoordeling-veilige-landen-van-herkomst-georgie-marokko-en-tunesie.pdf, 6.5.21