Fusie zoekjaar afgestudeerden en regeling hoogopgeleiden

Nederland kende voorheen twee regelingen voor hoogopgeleide, recent afgestudeerde vreemdelingen: het zoekjaar afgestudeerden (het oude artikel 3.42, eerste lid, Vb) en de regeling hoogopgeleiden (het oude artikel 3.42, tweede lid, Vb).

Het laten voortbestaan van twee regelingen die hetzelfde beogen heeft geen toegevoegde waarde. Daarom is aangekondigd het Vb te wijzigen. De wijziging houdt in dat de doelgroepen uit de regeling hoogopgeleiden worden samengevoegd met het zoekjaar afgestudeerden. De samengevoegde regeling krijgt daarmee de naam «zoekjaar hoogopgeleiden». De eis van de tewerkstellingsvergunning is voor alle deelnemers aan de nieuwe regeling verdwenen. Daarnaast is het onderscheid tussen de verschillende regelingen verdwenen.

Om hoogopgeleide vreemdelingen nog meer te binden aan en aan te trekken naar Nederland, is bovendien uitbreiding van het zoekjaar nodig. Naast de tot nu toe al bestaande doelgroep (hoogopgeleide vreemdelingen die in Nederland zijn afgestudeerd met een bachelor- of mastergraad of in het buitenland zijn afgestudeerd of gepromoveerd aan een top 200-universiteit), wordt het zoekjaar uitgebreid met de volgende groepen:

  • vreemdelingen die in Nederland een postdoctorale opleiding hebben afgerond of aan een buitenlandse top 200-universiteit;
  • vreemdelingen die in Nederland wetenschappelijk onderzoek hebben verricht;
  • vreemdelingen die een mastergraad hebben behaald in het kader van een Erasmus Mundus Masters Course of die een opleiding hebben afgerond in het kader van de Wet op het specifiek cultuurbeleid of een opleiding die wordt verzorgd in het kader van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
  • vreemdelingen die een bij ministeriële regeling aangewezen hoger onderwijsopleiding hebben afgerond.

Ook voor al deze groepen geldt de verruiming dat het afstuderen, promoveren of afronden van het wetenschappelijk onderzoek tot drie jaar vóór de aanvraag mag hebben plaatsgevonden.

Verder maakt dit besluit het mogelijk dat vreemdelingen op een later moment opnieuw een zoekjaar kan worden verleend, mits zij op een andere grond het zoekjaar aanvragen dan de vorige keer. Te denken valt aan de vreemdeling die in Nederland een masteropleiding heeft afgerond, op grond daarvan het zoekjaar wordt verleend en in het zoekjaar besluit te gaan promoveren. Na het behalen van de doctorgraad kan de vreemdeling dan op grond van de doctorgraad opnieuw in aanmerking komen voor het zoekjaar om een baan te vinden als kennismigrant of arbeid als zelfstandige te verrichten. Het is niet mogelijk om een tweede zoekjaar te verlenen als de omstandigheden van de aanvrager ongewijzigd zijn.

Onder de oude bepaling werd de doelgroep van de hoogopgeleiden bovendien getoetst aan de hand van een puntensysteem. Dit puntensysteem is vervallen in de nieuwe bepaling. Daarvoor in de plaats wordt wel een minimaal niveau van kennis van de Engelse of Nederlandse taal gevraagd. De overige eisen die in lagere regelgeving zijn uitgewerkt, blijven gehandhaafd.

Houders van een zoekjaarvergunning dienen over voldoende middelen van bestaan te beschikken. Indien zij daarover niet beschikken en een beroep doen op de algemene middelen, dan kunnen zij hun verblijfsrecht verliezen.

Tot slot wordt opgemerkt dat de vreemdelingen die een verblijfsvergunning hebben gehad als startende ondernemer, maar niet doorstromen in de zelfstandigenregeling, het zoekjaar kan worden verleend mits zij aan de voorwaarden van het zoekjaar voldoen.

Besluit van 17 februari in Staatsblad Nr. 86, 24.2.16
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2016-86.html