Op 24 november 2021 heeft de ABRvS geoordeeld dat een verblijfsaanvraag om gezinsmigratie niet kan worden afgewezen vanwege het enkele feit dat de partnerrelatie geen exclusief karakter draagt. De relatie dient een duurzaam karakter te hebben en daar is sprake van wanneer deze in voldoende mate op één lijn is te stellen met een huwelijk. De vraag wanneer sprake is van een duurzame relatie moet in de jurisprudentie verder uitkristalliseren.
Het voeren van een gezamenlijke huishouding is een belangrijke aanwijzing dat sprake is van een duurzame relatie, maar het valt niet uit te sluiten dat een relatie ook een duurzaam karakter kan hebben zonder samenwoning en het voeren van een gezamenlijke huishouding. Hetzelfde geldt voor het samen hebben van een kind en daar de gezamenlijke zorg voor dragen. De uitspraak heeft daarnaast tot gevolg dat verblijfsvergunningen niet (meer) worden ingetrokken, wanneer 1) achteraf is gebleken dat de vreemdeling met meer dan één andere persoon tegelijk een relationele verhouding heeft onderhouden (en dus geen exclusieve karakter had) en 2) dit niet heeft gemeld bij de IND. Er is wél sprake van een intrekkingsgrond als achteraf is gebleken dat de relatie niet duurzaam is (geweest).