Nieuws

Rb: staatloosheid vastgesteld, etnisch Armeense geboren in Azerbeidzjan

Verzoekster is op geboren in de toenmalige Sovjet-Unie (Azerbeidzjaanse Socialistische Sovjetrepubliek) uit een moeder en vader van Armeense etnische afkomst. Ze heeft daar gewoond tot aan haar huwelijk waarna ze met haar man is gevlucht naar Moskou. Landen die de rb in de beoordeling betrekt zijn Armenië, Azerbeidzjaan en de Russische federatie.

Verzoekster en de Staat (na wijziging van zijn eerdere standpunt ten aanzien van Armenië) concluderen dat het niet aannemelijk is dat verzoekster ooit de nationaliteit van Azerbeidzjan of Armenië heeft verkregen. De Azerbeidzjaanse autoriteiten hebben verklaard dat de nationaliteit van dat land niet kan worden bevestigd en dat verzoekster niet als staatsburger van Azerbeidzjan wordt erkend. De autoriteiten van Armenië hebben verklaard dat verzoekster niet als staatsburger van Armenië staat geregistreerd. Voorts hebben ook aanvragen voor een laissez-passer bij beide landen niet tot het gewenste resultaat geleid.

De rb acht het aannemelijk dat verzoekster sinds haar vlucht in 1991 naar Moskou, daar illegaal heeft verbleven. De rb verwijst hierbij naar de overgelegde schriftelijke verklaring van de ambassade van de Russische Federatie, waarin staat dat verzoekster noch is ingeschreven noch is geregistreerd bij of uitgeschreven van het lokale bevolkingsregister. De enkele omstandigheid dat, volgens informatie van de IND, illegaal verblijf in Moskou erg moeilijk was en verzoekster daar wel heeft deelgenomen aan het maatschappelijk verkeer (zij verbleef in een appartement en had inkomsten uit werk), maken dat niet anders. Hieruit blijkt namelijk op geen enkele wijze dat verzoekster door de Russische Federatie als onderdaan wordt beschouwd. Andere aanknopingspunten dan het feitelijke verblijf in de Russische Federatie, heeft de Staat niet naar voren gebracht. Daarentegen is verzoekster in de afgelopen 20 jaar tenminste drie keer tevergeefs gepresenteerd bij de Russische ambassade voor een laissez-passer. De rb leidt hieruit af dat verzoeker niet door de Russische Federatie als onderdaan wordt erkend.

Staatloosheid vastgesteld.
Rb Den Haag (mk), C/09/675655, 24.6.25

Staat van Migratie: LVV

Gemeente

Capaciteit

Actuele bezetting

Totaal toegelaten

Totaal uitgestroomd

Amsterdam

360

280

1120

880

Eindhoven

130

40

240

210

Groningen

300

80

650

570

Emmen

 

10

40

<5

Rotterdam

45

30

310

290

Utrecht

235

120

620

500

Totaal

1070

550

2980

2470

 

Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer</p>
<p>Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.

https://open.overheid.nl/documenten/236956d0-cfff-48c5-8807-bf94f9bb6de1/file, 4.7.25

Staat van Migratie: aantallen terugkeer per herkomstland en per vertrekwijze

ketenbreed vertrek herkomstlanden 2024.jpg

Vertrek DT&V 2023 en 2024, terugkeerwijze en terugkeerland.jpg

https://open.overheid.nl/documenten/236956d0-cfff-48c5-8807-bf94f9bb6de1/file, 4.7.25

WBV 2025/14: terugkeerprocedure voor AMV zonder asielverzoek

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) die geen asielaanvraag hebben ingediend en om deze reden onder de werking van de terugkeerrichtlijn vallen kunnen in bijzondere gevallen in bewaring worden gesteld met uitzetting als doel. Als er geen bewaringsmogelijkheden zijn wordt de amv die geen asielaanvraag heeft ingediend onder verantwoordelijkheid van het COA in de minderjarigenopvang geplaatst.

Tot op heden werd voor deze groep amv’s zonder asielaanvraag niet automatisch een terugkeer- of overdrachtsprocedure gestart, omdat minderjarigen recht op opvang hebben als er geen adequate opvang is in het land van herkomst voorhanden is. Als gevolg kon er tot op heden niet voortvarend gestart worden met de terugkeer- of overdrachtsprocedures.

Met het versturen van een overdrachtsdossier door de AVIM of KMar als een amv zonder asielaanvraag in de minderjarigenopvang wordt geplaatst, wordt gerealiseerd dat deze groep amv’s tijdig bij DTenV in beeld is. 

WBV 2025/14, 26.6.25 in Staatscourant 2025, 22596, 2.7.25
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-22596.html

Rb: onderzoek non-refoulement altijd verplicht bij terugkeerbesluit

De asielaanvraag van de vreemdeling is buiten behandeling gesteld en aan hem is een terugkeerbesluit opgelegd. Het beroep is uitsluitend gericht tegen het terugkeerbesluit….

De vreemdeling heeft ter zitting gewezen op het Ararat-arrest waaruit volgt dat de minister verplicht is om in alle fasen van de terugkeerprocedure, ongeacht de redenen die aan de situatie van illegaal verblijf van de derdelander ten grondslag liggen, het beginsel van non-refoulement te eerbiedigen. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit daarover geen motivering bevat. … Er is tegen de vreemdeling een terugkeerbesluit uitgevaardigd en het had op de weg van de minister gelegen om te onderzoeken of het beginsel van non-refoulement zich verzet tegen de uitvoering van het terugkeerbesluit. Dat is niet gebeurd.

Beroep gegrond.
Rb Middelburg, NL24.49146, 18.6.25

Strafbaarstelling hulp bij illegaal verblijf: tekst amendement, vng, politie

Aangenomen Amendement Vondeling (PVV) over Strafbaarstelling

Artikel 108a

1. De meerderjarige vreemdeling die in Nederland verblijft terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf niet rechtmatig is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie.

2. In afwijking van het eerste lid is de vreemdeling niet strafbaar zolang de voor hem geldende vertrektermijn nog niet is verstreken.

3. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een misdrijf.

4. Artikel 108, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting: Wie geen recht heeft om in Nederland te verblijven, moet het land verlaten. Echter, in de praktijk blijkt dat een groot deel van de vertrekplichtige vreemdelingen Nederland niet verlaat, maar in de illegaliteit verdwijnt. Illegaliteit is een groot maatschappelijk probleem, dat veel overlast, criminaliteit en kosten met zich meebrengt.

Het negeren van de wettelijke vertrekplicht kan niet zonder gevolgen blijven. Daarom wordt in dit amendement geregeld dat illegaliteit strafbaar wordt. Door illegaliteit strafbaar te stellen wordt illegale komst naar en illegaal verblijf in Nederland voorkomen en bestreden. Illegaal verblijf in Nederland wordt hiermee onaantrekkelijker. Strafbaarstelling van illegaliteit is een noodzakelijke “stok achter de deur” om illegalen te motiveren Nederland te verlaten.

Personen of organisaties die illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen helpen onder te duiken zullen op grond van artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht ook strafbaar zijn.

Kamerstuk 36 704-44, 25.6.25
https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=2025D29821

 


VNG: strafbaarstelling illegaal verblijf is in strijd met internationale verdragen

Gemeenten bieden op grond van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voorzieningen aan voor ongedocumenteerden. Onlangs heeft de rechter de voormalige minister van Asiel & Migratie verplicht om opvang te bieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers. Het gisteren aangenomen amendement stelt dat het voor organisaties strafbaar wordt om deze hulp te bieden. De VNG ziet niet hoe gemeenten hier dan uitvoering aan moet gegeven, zonder zelf de wet te overtreden.

Door het strafbaar stellen van illegaal verblijf ontstaat een klimaat van angst en wantrouwen, waardoor kwetsbare mensen deze voorzieningen zullen mijden. Dit ondermijnt het lokale terugkeerbeleid, vergroot de risico’s op uitbuiting en mensenhandel en leidt tot meer dakloosheid in steden en dorpen.

https://vng.nl/sites/default/files/2025-07/20250702-brief-parlement-oproep-tot-verwerping-asielnoodmaatregelenwet.pdf, 2.7.25


Politie: strafbaarstelling illegaal verblijf en hulp is contraproductief

De verwachting is dat het strafbaar stellen van illegaal verblijf van vreemdelingen zal leiden tot een vicieuze cirkel: vreemdelingen die niet kunnen vertrekken uit Nederland kunnen (herhaaldelijk) in detentie worden geplaatst, zonder zicht op terugkeer naar het land van herkomst. Verder is het de ervaring van de politie dat mensen kwetsbaar worden voor daderschap en slachtofferschap van criminaliteit als ze niet meer kunnen terugvallen op hulpstructuren. Dit leidt tot een toename van de overlast en criminaliteit en tot een grotere kans om slachtoffer te worden van mensenhandel of andere vormen van uitbuiting.

Naast het handhaven van de rechtstaat behoort ook ‘het hulp verlenen aan hen die dat behoeven’ tot wettelijke taak van de politie. Bij hulpverlening aan iemand die illegaal in het land is, zou de politie dus feitelijk in overtreding zijn. Dit is een onwenselijke situatie. Het gevolg van deze nieuwe wetgeving kan bovendien zijn dat illegale vreemdelingen uit angst voor vervolging geen hulp meer vragen aan de politie en geen melding of aangifte meer durven doen van een strafbaar feit.

Als hulp bieden aan mensen die illegaal in Nederland zijn strafbaar wordt, voorziet de politie bovendien grote gevolgen voor de openbare orde, met name door maatschappelijke onrust. Voor de taakstelling van de politie is dit onwenselijk en naar verwachting ook onuitvoerbaar.

De politie heeft daarmee grote twijfel of de strafbaarstelling in deze wetswijziging, in tegenstelling tot wat het beoogt, de leefbaarheid, veiligheid en maatschappelijke rust in Nederland ten goede zal komen. Al eerder riep de politie om deze reden op tot tijdige consultaties en uitvoeringstoetsen bij wetswijzigingen.

https://www.politie.nl/nieuws/2025/juli/4/00-reactie-politie-op-instemming-tweede-kamer-met-anmw.html, 5.7.25

aantallen art-64 en buitenschuld in 2023 en 2024

Staat van Migratie: aanvragen art-64

 

Ingediend

Beslissingen

Inwilliging

2023

880

860

40%

2024

860

860

36%

% verschil

-2%

 

 

 

Staat van Migratie: inwilliging buitenschuld

 

Inwilliging

2023

<10

2024

30

https://open.overheid.nl/documenten/236956d0-cfff-48c5-8807-bf94f9bb6de1/file, 4.7.25

Rb: afweging Chavez-verblijfsrecht vader van NLs kind onder jeugdzorg, moeder in detentie

Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft nooit een verblijfsrecht in Nederland gehad. Hij heeft twee kinderen met twee verschillende moeders: kind-1 van 2019 en kind-2 van 2020. Op 3 november 2024 is kind-1 van de vijfde verdieping van een balkon gevallen. De moeder van kind-1 is in verband met dit incident aangehouden en was ten tijde van de zitting gedetineerd….

Het aangekondigde perspectiefonderzoek mbt kind-1 is nog niet afgerond. Gelet daarop heeft minister de belangen van kind-1 in de huidige besluitvorming onvoldoende geïnventariseerd alvorens een besluit te nemen. Dat is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.

Voor de rechtbank is verder van belang dat de minister heeft erkend dat de situatie omtrent de moeder van kind-1 onzeker is en dat onduidelijk is of kind-1 in de toekomst door zijn moeder zal worden kunnen verzorgd, of dat een andere oplossing moet worden gevonden. De minister heeft er in dit kader op gewezen dat kind-1 zou kunnen worden opgevangen in een gezinshuis, en dat het contact tussen eiser en kind-1 desnoods op afstand zou kunnen plaatsvinden. De minister heeft onvoldoende gemotiveerd waarom het verblijf van kind-1 in een gezinshuis in deze specifieke context volgens hem de voorkeur geniet boven omgang met zijn biologische vader.

Het beroep is gegrond.
Rb Arnhem NL24.17063, 30.6.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:11460

Staat van Migratie: aantallen Chavez-vergunningen

 

aanvragen

beslissingen

Inwilliging

2023

4770

4160

82%

(wv vernieuwing)

1340

1550

 

2024

5920

5060

80%

(wv vernieuwing)

2130

2070

 

% verschil

+24%

+22%

 

https://open.overheid.nl/documenten/236956d0-cfff-48c5-8807-bf94f9bb6de1/file, 4.7.25

Rb: huwelijk in beroepsfase meewegen bij oordeel echtheid relatie

Deze zaak gaat over de geloofwaardigheid van de partner-relatie. Vóór het beroep zijn de partners getrouwd. De rechter oordeelt dat de huwelijksakte kan worden aangemerkt als een nadere onderbouwing van de door eiseres eerder gestelde duurzame en exclusieve relatie.

De rechtbank is van oordeel dat eiseres, mede gelet op de huwelijksakte en de in bezwaar overgelegde documenten, waaronder de verlovingsfoto's, op zijn minst een begin van bewijs heeft geleverd van een duurzame en exclusieve relatie. … Verder merkt de rechtbank op dat de minister ter zitting nog heeft gesteld dat de verloving vragen opriep vanwege het feit dat die op afstand heeft plaatsgevonden. Ook gelet daarop lag het des te meer op de weg van de minister om hierover nader onderzoek te verrichten door het houden van een hoorzitting.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt het bestreden besluit wegens schending van de hoorplicht.

Rb Utrecht NL24.39544, 23.6.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:11759

Pagina's