Rb: aangifte seksueel geweld geeft geen verblijfsrecht, detentie mag

Eiseres is drie maanden geleden slachtoffer geworden van seksueel geweld. Zij heeft hiervan aangifte gedaan en de politie doet onderzoek. Zij verbleef in de daklozenopvang. Bij een controle is zij opgepakt en in vreemdelingendetentie geplaatst.

De rechter erkent dat eiseres eerder het slachtoffer is geworden van seksueel geweld. Maar dat geeft haar niet het recht om in Nederland te blijven. Als er aanwijzingen zijn van mensenhandel kan verweerder bedenktijd verlenen. Als de vreemdeling aangifte heeft gedaan van mensenhandel, dan wordt dit ambtshalve aangemerkt als een aanvraag voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden.

De aangifte van eiseres betreft echter geen mensenhandel, maar is een aangifte tegen een ander strafbaar feit. Verweerder heeft er op kunnen wijzen dat dit niet onder de reikwijdte van het B8-beleid valt en hoefde in de situatie van eiseres daarom geen aanleiding te zien om de bewaring op te heffen en (voorlopig) verblijf in Nederland toe te staan. Verweerder heeft verder terecht opgemerkt dat eiseres zich eventueel nog kan wenden tot de regievoerder om een aanvraag voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden in te dienen. De beroepsgrond slaagt niet.

Rb Utrecht NL23.30181, 6.10.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:17713