Rb: geen 8EVRM want gezinsleven in Irak gestart, geen Chavez-afweging na afgewezen asielverzoek

De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat geen aanleiding bestaat voor (ambtshalve) verlening van een verblijfsvergunning regulier op grond van artikel 8 van het EVRM. Hoewel sprake is van gezinsleven tussen eiser, zijn echtgenote en kinderen, is er geen sprake van inmenging en heeft verweerder de belangenafweging in het nadeel van eiser kunnen laten uitvallen. Bij die belangenafweging heeft verweerder alle relevante feiten en omstandigheden betrokken. Verweerder heeft allereerst mogen betrekken dat het gezinsleven niet in Nederland is ontstaan maar in Irak, nu de echtgenote van eiser voor en na hun huwelijk meerdere malen is teruggegaan naar Irak, terwijl eiser ten tijde van het huwelijk en de eerste periode daarna in Irak verbleef. Eiser had er na zijn inreis in Nederland niet op mogen vertrouwen dat hij zijn gezinsleven in Nederland mocht voortzetten, nu hij niet beschikt over een verblijfstitel. .... De omstandigheid dat de echtgenote en kinderen inmiddels de Nederlandse nationaliteit bezitten is, zo stelt verweerder terecht, enkel een juridische wijziging en brengt niet met zich mee dat de belangenafweging voor wat betreft de feitelijke situatie anders moet uitvallen. .... Verweerder heeft in dit verband ook afdoende deugdelijk gemotiveerd dat ten aanzien van de echtgenote en de kinderen niet is gebleken van sterke feitelijke banden met Nederland. Verweerder heeft verder, anders dan op dit punt door eiser is gesteld, de belangen van de kinderen ook voldoende en kenbaar meegewogen en heeft deze niet ten onrechte niet zwaarwegend genoeg gevonden om tot vergunningverlening over te gaan. Het rapport van de RUG heeft verweerder niet tot ander oordeel hoeven leiden, nu het daarin vermelde hier niet aan de orde is....

Tot slot stelt verweerder ten aanzien van het door eiser gestelde verblijfsrecht op grond van het Chavez-Vilchez arrest naar het oordeel van de rechtbank terecht dat eiser een daartoe strekkende aanvraag moet indienen. Het beroep op dit arrest leent zich niet voor een ambtshalve toetsing in het kader van een asielprocedure. Wel staat het eiser uiteraard vrij om een dergelijke procedure op te starten.

Rb Groningen NL23.32457, 23.5.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:7773