Rb: geen zicht op uitzetting naar Libië

De vreemdeling heeft aangevoerd dat er geen zich op uitzetting bestaat. Van januari tot en met oktober 2015 zijn zeven laissez-passer afgegeven en in 2016 hebben geen gedwongen uitzettingen naar Linie plaatsgevonden. De staatssecretaris beschikt niet over informatie over 2016 en 2017. De Libische consul heeft aangegeven dat hij in specifieke gevallen een lp kan afgeven indien de vreemdeling in persoon wordt gepresenteerd en hij zelf aangeeft een lp te willen krijgen, maar dat geen lp's worden verstrekt voor gedwongen terugkeer. De staatssecretaris heeft geen informatie kunnen verstrekken waaruit anders blijkt. De rechtbank kan dan ook niet anders dan concluderen dat geen zich op uitzetting bestaat naar Libië.

De niet onderbouwde stelling van de staatssecretaris dat in het geval va de vreemdeling er een toezegging is van de Libische autoriteiten dat voor hem wel een lp zal worden verstrekt en dat de consul expliciet verzocht heeft om de vreemdeling wederom te presenteren indien hij weer in beeld is, is onvoldoende om tot een ander oordeel te leiden. Beroep gegrond.

Rb Den Haag, 17/5161, 21.3.17