Rb: HIV-behandeling in Zimbabwe wel aanwezig maar onbetaalbaar

De rechtbank stelt vast dat uit het BMA-advies van 25 april 2018 blijkt dat het BMA voor het laatst op 19 maart 2018 navraag heeft gedaan bij International SOS naar de beschikbaarheid in Zimbabwe van de door eiseres gebruikte medicijnen. ... Uit het voorgaande volgt dat er geen grond is voor het oordeel dat verweerder zich onvoldoende ervan heeft vergewist dat de BMA-adviezen die hij aan het bestreden besluit ten grondslag heeft gelegd, voor zover die betrekking hebben op de beschikbaarheid van de medicatie in Zimbabwe, zorgvuldig, inzichtelijk en concludent zijn. De beroepsgrond slaagt niet.

Verder voert eiseres aan dat verweerder niet heeft onderkend dat zij in Zimbabwe geen toegang zal kunnen krijgen tot de medische behandeling, omdat zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij de kosten daarvan niet kan dragen. Het medicijn Truveda kost in Zimbabwe 3.140,00 USD per maand, terwijl het inkomen per hoofd van de bevolking in Zimbabwe 1.953,00 USD per jaar bedraagt. Daarvoor verwijst zij naar de door haar overgelegde verklaring van het Diagnostic Centre van het Health Point Hospital van 6 juli 2018 over de kosten van de behandeling van HIV en AIDS in Zimbabwe. Voor het gemiddelde jaarinkomen in Zimbabwe verwijst zij naar de websites worldwidebase.com en businessinsider.nl. Eiseres zou, met hulp van haar familie, een veelvoud van dat bedrag per maand tot haar beschikking moeten hebben. Dat heeft zij niet.

Gelet op het enorme verschil tussen de kosten van de behandeling per maand en de hoogte van het gemiddelde jaarinkomen per hoofd van de bevolking in Zimbabwe - de kosten zijn ruim 7,5 maal het gemiddelde inkomen in Zimbabwe -, heeft verweerder zich in redelijkheid niet op het standpunt kunnen stellen dat eiseres niet individueel aannemelijk heeft gemaakt dat zij de benodigde behandeling niet kan betalen. Gelet op de hoogte van de kosten, afgezet tegen het gemiddelde jaarinkomen in Zimbabwe, is immers niet zonder meer aannemelijk dat eiseres die kosten, ook met financiële hulp van haar echtgenoot en familieleden, kan voldoen. Nu verweerder ook niet anderszins heeft toegelicht op welke wijze eiseres in de hoge kosten van de door haar benodigde behandeling in Zimbabwe kan voorzien, heeft verweerder zich niet deugdelijk gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de behandeling in Zimbabwe voor haar niet toegankelijk is.
De beroepsgrond slaagt.

Rb Haarlem AWB 18/5638 en 18/5639, 19.12.18
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2018:15607