Rb: iMMO vergoeden als relevant in hasa

De staatssecretaris heeft het verzoek van de vreemdeling om schadevergoeding voor de gemaakte kosten bij iMMO afgewezen, omdat het onderzoek pas is gestart voor de tweede asielaanvraag terwijl dat al bij de eerste had gekund. Volgens de vreemdeling maakt dat in de eerste asielprocedure geen medisch onderzoek noodzakelijk werd geacht, niet dat het achteraf gezien niet noodzakelijk was. 
De rechtbank oordeelt als volgt. In artikel 18 lid 1 Pri wordt onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig bepaald dat, als een medisch onderzoek betreffende aanwijzingen van vroegere vervolging of ernstige schade volgens de beslissingsautoriteit relevant is voor beoordeling van een asielaanvraag, deze onderzoeken worden betaald uit openbare middelen (zie ook ECLI:NL:RVS:2003:AH9872). Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen eerste en opvolgende asielaanvragen.

Het is eerst aan de beslissingsautoriteit om te beoordelen of een medisch onderzoek relevant is en als dat niet zo is, kan de betrokkene dat zelf regelen. Wanneer op eigen initiatief van de betrokkene een medisch onderzoek wordt gedaan, is van belang of het resultaat daarvan relevant is voor de inwilligbaarheid van de asielaanvraag. Nu deze iMMO-rapportage relevant is gebleken voor de inwilliging, ligt daarin besloten dat de staatssecretaris ook de instelling van een medisch onderzoek (achteraf bezien) relevant heeft geacht. Dit betekent dan ook dat de kosten voor de rapportage uit de openbare middelen moeten worden bekostigd.

Beroep gegrond.
Rb Den Bosch, NL23.21708, 22.2.24