Rb: mogelijk risico bij buitenhuwelijkse zwangerschap Algerije

De vreemdeling legt aan haar asielaanvraag ten grondslag dat zij een miskraam heeft gehad nadat haar familie haar mishandeld heeft vanwege een buitenhuwelijkse zwangerschap. De staatssecretaris acht de zwangerschap geloofwaardig, maar de gestelde problemen door de zwangerschap en de miskraam ongeloofwaardig.

De rechtbank overweegt als volgt. De verklaringen van de vreemdeling dat vrouwen in Algerije mishandeld en verstoten worden door familie zowel als haar haar eigen verklaring dat zij door familie op haar buik geslagen is bij de ontdekking van haar zwangerschap komt overeen met beschikbare landeninformatie. Uit het rapport van de Refugee Review Tribunal Australia volgt namelijk dat in toenemende mate meisjes en ongetrouwde vrouwen op straat leven nadat zij door een buitenhuwelijkse zwangerschap zijn verstoten of gevlucht. Voorts blijkt uit Factsheet Violence against Women in Algeria dat slachtoffers van huiselijk geweld geen bescherming kunnen inroepen van de autoriteiten, ondanks de strafbaarheidstelling. De staatssecretaris heeft geen standpunt ingenomen over de oorzaak van de miskraam en heeft ook niet betwist dat de mishandeling hiermee in verband staan.

De staatssecretaris heeft de geloofwaardige elementen (buitenhuwelijkse zwangerschap en miskraam) moeten beoordelen in samenhang en met inachtneming van landeninformatie. Temeer nu Algerije niet langer wordt aangemerkt als veilig land van herkomst. Het standpunt dat het Australische rapport van algemeen aard is en daarom geen toepassing heeft, wordt niet gevolgd omdat er specifiek informatie volgt over haar situatie als Algerijnse vrouw die een buitenhuwelijkse zwangerschap heeft gehad. Ook is niet gebleken dat het rapport ondanks haar publicatie in 2009 niet meer actueel is in samenhang met overige bronnen. Uit het rapport volgt ook niet dat dergelijke behandeling alleen op vrouwen met kinderen ziet.

Beroep gegrond.
Rb Rotterdam, NL24.1372, 6.5.24