Ter onderbouwing van zijn standpunt dat nierdialyse niet beschikbaar is in Irak heeft eiser gewezen op artikel van 2011, een rapport van Home Office en op een handgeschreven brief van doctor [naam] van 29 september 2024, een internist in Karbala, Irak. Eiser stelt ziekenhuizen in Irak te hebben aangeschreven om informatie, maar heeft hierop geen reactie ontvangen. Ook is aangevoerd dat eiser geen inkomen of vermogen heeft, dat er in Irak geen steun van de overheid is en dat hij daar geen sociaal netwerk heeft.
De rechter oordeelt dat uit het rapport van Home Office volgt dat er dialyse instellingen in Irak beschikbaar zijn, zoals ook al volgt uit de BMA-adviezen. De minister heeft ook in het briefje van de internist in Karbala geen aanleiding hoeven zien om te concluderen dat bepaalde medicatie in Irak voor eiser niet beschikbaar zou zijn, nu het is opgesteld op verzoek van de familie van eiser en ook onvoldoende is aangetoond wie het briefje heeft geschreven. … Eiser heeft daarom niet nader onderbouwd dat hij persoonlijk geen toegang zal kunnen krijgen tot de benodigde zorg in Irak. Evenmin heeft eiser aannemelijk gemaakt dat hij in Irak geen beroep zal kunnen doen op vergoeding van ziektekosten via de overheid.
Rb Groningen NL24.28893, 10.10.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:16596