Rb: ondanks opvang bij HVO-Querido wel in bewaring

Eiser voert aan dat hij in de opvang van HVO Querido in Amsterdam heeft verbleven. Hier ontving hij weekgeld en begeleiding van een NGO. Verder wordt hij actief begeleid en heeft hij een dagbesteding. Als de bewaring wordt opgeheven, kan hij hiernaar terug. De vreemdelingendienst is hiervan op de hoogte. Hoewel eiser verder op dit moment niet in het bezit is van identiteitsdocumenten, is hij met behulp van VWN bezig om deze alsnog voorhanden te krijgen.

De rechtbank is van oordeel dat voldoende gronden bestaan om aan te nemen dat sprake is van een significant risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Deze gronden kunnen de maatregel van bewaring dragen. De overige gronden behoeven daarom geen bespreking meer.

De rechtbank is bovendien van oordeel dat niet is gebleken dat een lichter middel doeltreffend kan worden toegepast. Uit de gronden die aan de maatregel van bewaring ten grondslag zijn gelegd, volgt een risico op onttrekking aan het toezicht. Ook heeft verweerder hierbij mogen betrekken dat eiser meermaals met onbekende bestemming is vertrokken en hij voorafgaande aan de maatregel van bewaring niet heeft meegewerkt aan zijn vertrek naar Gambia. Daarnaast is niet gebleken dat eiser detentieongeschikt is.

Rb Middelburg NL25.3602, 10.2.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:1718