Rb: ook bij beroep in hasa bestaat recht op opvang, omdat oude terugkeerbesluit herleeft

De opvolgende asielaanvraag van de vreemdeling is afgewezen als kennelijk ongegrond. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht bij wijze van ordemaatregel te bepalen dat de voorgenomen beëindiging van zijn opvang en verstrekkingen o.g.v. de Wet COa achterwege blijft.

De voorzieningenrechter overweegt als volgt. In deze zaak ligt geen beroep tegen een terugkeerbesluit voor, maar een beroep tegen een besluit tot afwijzing van een opvolgende asielaanvraag, dat niet tevens een terugkeerbesluit omvat. De voorzieningenrechter leidt uit het arrest Gnandi echter af dat een rechtsmiddel ook in die situatie in beginsel schorsende werking moet hebben, omdat dat besluit tot gevolg heeft dat het eerdere terugkeerbesluit herleeft. In een situatie, zoals die zich in deze zaak voordoet, waarin het beroep geen schorsende werking heeft omdat de asielaanvraag is afgewezen als kennelijk ongegrond, kan de voorzieningenrechter beslissen dat de rechtsgevolgen van dat besluit alsnog worden opgeschort in afwachting van de uitspraak op het beroep. In het arrest Gnandi stelt het Hof het algemene beginsel voorop dat gewaarborgd dient te zijn dat het rechtsmiddel tegen een besluit tot afwijzing van een verzoek om internationale bescherming ook ten volle doeltreffend is en dat dat onder meer vereist dat alle gevolgen van het terugkeerbesluit worden geschorst gedurende de termijn voor instelling van dit rechtsmiddel en, indien een dergelijk rechtsmiddel wordt ingesteld, totdat aan de beslissing daarop.

De voorzieningenrechter concludeert uit het voorgaande dat alle rechtsgevolgen van het terugkeerbesluit van 20 februari 2017 van rechtswege blijven geschorst in elk geval totdat de voorzieningenrechter een definitieve uitspraak heeft gedaan op het verzoek om een vovo, waarin hij de feitelijke en juridische aspecten van het afwijzende asielbesluit onderzoekt. In afwachting van deze uitspraak moet de vreemdeling ook in de opvang kunnen verblijven. De voorzieningenrechter bepaalt bij wijze van voorlopige maatregel dat de voorgenomen beëindiging van de opvang achterwege blijft en draagt de staatssecretaris op om te bewerkstelligen dat aan de vreemdeling opvang en verstrekkingen voorzien bij of krachtens de wet COa worden geboden totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan op het resterende deel van het verzoek om een vovo.

Rb Zwolle, NL19.16773 O, 11.9.19