Rb: verblijf toestaan bij inmiddels volwassen kind, suiciderisico onderbouwd door Kalverboer

Gelet op de rapporten van dr. mr. M.E. Kalverboer heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank niet zonder nadere motivering op het standpunt kunnen stellen dat in het geval van eiseres en haar dochter geen sprake is van ‘more than normal emotional ties’. Uit voornoemd rapport blijkt immers onder meer dat het vertrek van haar vader op zeer jonge leeftijd en de schrijnende situatie in Moldavië waarbij ze van haar moeder gescheiden was en die haar uiteindelijk op zeer jonge leeftijd deed overgaan tot een zelfmoordpoging, van de dochter van eiseres een uiterst kwetsbaar meisje hebben gemaakt. Ook blijkt daaruit dat de dochter van eiseres zodanig ernstige internaliserende problemen heeft dat zij zich in Nederland nauwelijks kan staande houden en dat de steun van eiseres hierbij van essentieel belang is.

Naar het oordeel van de rechtbank kan verweerder de conclusies en adviezen uit deze rapporten niet weerleggen door middel van slechts -niet nader onderbouwde stellingen over onder meer de deskundigheid van de opsteller(s) ervan of over de objectiviteit en wetenschappelijkheid van de rapporten. De rechtbank verwijst in dit verband naar de uitspraak van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Zutphen, en zij is van oordeel dat hetgeen daarin is overwogen over het rapport van 12 januari 2009 ook opgaat voor de aanvullende rapportage van 18 januari 2011. Bovendien is namens eiseres onderbouwd gesteld dat de rapporten van dr. mr. M.E. Kalverboer voldoen aan de vereisten die aan orthopedagogische gedragswetenschappelijke rapportages worden gesteld, terwijl door verweerder geen enkel argument is aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat bedoelde rapporten niet aan de juiste wetenschappelijke vereisten voldoen. Het beroep is, gelet op het vorenstaande, gegrond.

Rb Almelo 11-8341, 28.11.11
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBSGR:2011:28040