Eiser heeft in Italië de status van langdurig ingezetene. Hij heeft een aanvraag gedaan voor arbeid als zelfstandige. Hij drijft een eenmanszaak in de schoonmaakbranche. In geschil is of sprake is van schijnzelfstandigheid en of voldaan is aan het middelenvereiste.
Er is onvoldoende aanleiding voor twijfel aan eisers arbeid als zelfstandige. De Belastingdienst ziet eiser als ondernemer. Om zichzelf in de markt te zetten moest hij zijn werkzaamheden voor een concurrerend uurloon aanbieden. Het ontbreken van investeringen in bedrijfsmiddelen is inherent aan de branche waarin eiser werkt. Dat eiser op de fiets en niet met een bedrijfswagen naar locaties gaat, dat er strakke afspraken over werktijden zijn, dat er vaste locaties zijn en dat het werk gecontroleerd wordt acht de Rb niet bevreemdingwekkend. Verweerder heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat eiser opdrachten of aanwijzingen ten aanzien van de manier waarop hij zijn werkzaamheden uitvoert, dient op te volgen, dat hij zijn werkzaamheden niet zelf kan indelen en dat eiser ook tijdens zijn werkzaamheden wordt gecontroleerd en aangestuurd.
Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom eiser niet beschikt over vaste en regelmatige inkomsten als bedoeld in art. 15 van Richtlijn 2003//109. Voor zover eiser niet aan het middelenvereiste zou voldoen, heeft verweerder ten onrechte geen individuele beoordeling gemaakt als bedoeld in het arrest Chakroun. De overgelegde e-mail van de boekhouder is minimaal, maar de boekhouder heeft inzicht in de bankafschriften gegeven en de aangegeven bedragen zijn voor een alleenstaande niet ondenkbaar. De Rb ziet niet in waarom wegens het ontbreken van een toestemmingsverklaring van de eigenaar aan de overgelegde huurovereenkomst in dit verband geen waarde gehecht kan worden.
Beroep gegrond.
VK Rb Amsterdam, AWB 19/248, 19/249, 23.8.19