Rb: voor tandarts geldt standaardregel inkomensvereiste als zelfstandige niet

Verweerder heeft in het voordeel van eiser meegewogen dat referente gedurende de periode waarin zij bijstand ontving (juli 2014 tot en met mei 2019) studeerde. Verweerder heeft ook in het voordeel van eiser meegewogen dat er in Nederland in het algemeen een tekort aan tandartsen is en dat dit over het algemeen een goed toekomstperspectief biedt. Verweerder heeft in het nadeel van eiser meegewogen dat een succesvolle voortzetting van de overgenomen praktijk geen zekerheid is. .... Verweerder houdt dus vast aan de standaardregel dat het inkomen van referente duurzaam is vanaf het moment dat zij dit inkomen al anderhalf jaar heeft. In het geval van referente is dat per 1 oktober 2020.

De rechtbank acht deze standaardregel in de situatie van eiser in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Het doel van deze regel, namelijk dat verweerder zekerheid van inkomsten verlangt, staat niet in verhouding tot de voor eiser nadelige gevolgen van het besluit, namelijk dat de aan hem verleende verblijfsvergunning niet per een eerdere datum ingaat. De verlangde zekerheid omtrent de inkomsten van referente zijn immers op andere gronden voldoende gewaarborgd te achten. De rechtbank ziet dan ook aanleiding om de standaardregel in het voorliggende geval buiten toepassing te laten.

Gelet op het voorgaande, is het beroep gegrond.
Rb Utrecht AWB 20/7903, 29.6.21
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:17070