RvS: gebruik handboeien bij oppakken niet gemotiveerd, vrijlating

Het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal van ophouding en onderzoek vermeldt dat bij het transport van de vreemdeling gebruik is gemaakt van handboeien.

De vreemdeling betoogt terecht dat het aan de staatssecretaris is om toe te lichten welke feiten en omstandigheden in dit geval het gebruik van handboeien vereisen. Nu een dergelijke toelichting ontbreekt, heeft de rechtbank niet onderkend dat de staatssecretaris heeft gehandeld in strijd met artikel 22, tweede lid, van de Ambtsinstructie.

Het niet naleven van de Ambtsinstructie maakt de oplegging van de bewaringsmaatregel alleen dan onrechtmatig, indien de met inbewaringstelling gemoeide belangen niet in redelijke verhouding staan tot de ernst van dit gebrek en de daardoor geschonden belangen. Reeds nu de staatssecretaris geen zwaarwegende belangen heeft gesteld, is de maatregel van aanvang af onrechtmatig.

De grief slaagt. Het hoger beroep is kennelijk gegrond.
RvS 201900029/1/V3, 23.1.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:205