Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen is het recht op kindgebonden budget gekoppeld aan het recht op kinderbijslag. De SVB stelt vast wie recht op kinderbijslag heeft. Het is niet aan de Belastingdienst/Toeslagen om te treden in de beoordeling door de SVB van het recht op kinderbijslag.
Vast staat dat aan [appellant] in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 31 december 2013, afgeleid verblijfsrecht krachtens artikel 20 VWEU toekwam (Chavez). De SVB heeft in de gewijzigde verblijfsstatus van [appellant] geen aanleiding gezien om aan haar over de periode 1 augustus 2013 tot en met 31 december 2013 alsnog kinderbijslag toe te kennen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft zich gelet hierop terecht op het standpunt gesteld, dat [appellant] niet voldoet aan de voorwaarden om ingevolge de Wkb aanspraak te hebben op kindgebonden budget.
De Afdeling heeft in eerdere uitspraken al geoordeeld dat de verstrekking van kindgebonden budget niet strekt tot het waarborgen van het bestaansminimum. Het kindgebonden budget is bedoeld om ouders te ondersteunen in de kosten van opvoeding en ontwikkeling van kinderen.
Gelet op het voorgaande heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aanvraag van [appellant] om toekenning van kindgebonden budget voor de periode van 1 augustus 2013 tot en met 31 december 2013 terecht afgewezen.
RvS 201503195/1/A2, 23.1.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:168