RvS: onderzoek adequate opvang verplicht voor Syrier uit Canada

De staatssecretaris heeft de asielaanvraag afgewezen omdat Canada beschouwd kan worden als veilig land van herkomst. De rechtbank heeft het besluit vernietigd omdat niet ambtshalve is getoetst of er in Canada adequate opvang is. De staatssecretaris gaat hiertegen in hoger beroep.

De Afdeling overweegt als volgt. De klachten zijn terecht voorgedragen maar leiden niet tot vernietiging van de rechtbankuitspraak omdat de Staatssecretaris deugdelijk moet motiveren waarom hij geen gebruik maakt van zijn bevoegdheid om ambtshalve te toetsen op amv-buitenschuld als een vreemdeling daar expliciet of impliciet een beroep daarop doet (zie ECLI:NL:RVS:2022:187 en ECLI:NL:RVS:2022:2369). De staatssecretaris heeft onvoldoende rekenschap gegeven van de omstandigheden dat de vreemdeling nog erg jong is, zich door zijn autisme moeizaam hecht aan personen en geen familie heeft in Canada. Gelet hierop heeft de staatssecretaris ook geen afdoende verklaring gegeven waarom hij ook niet ambtshalve toets beoordeelt of hij een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 EVRM kan verlenen.

Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, hoeft het onderzoek naar adequate opvang in het kader van de asielprocedure niet in alle gevallen te zijn afgerond voordat de asielaanvraag wordt afgewezen. Niettemin heeft de rechtbank het besluit van 2 september 2021 terecht vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft namelijk geen deugdelijke verklaring gegeven voor het feit dat het onderzoek naar adequate opvang nog niet is afgerond of nog moet plaatsvinden.

Het hoger beroep tegen Rb Arnhem NL21.14277, 3.12.21 ongegrond.
ABRvS 202107732/1, 8.2.23
ECLI:NL:RVS:2023:470