RvS: vragen aan minister over risico homosexuelen in Cuba

De Afdeling stelt vragen naar aanleiding van het hoger beroep in drie zaken betreffende de vraag of deze vreemdelingen in Cuba te vrezen hebben voor vervolging door het behoren tot de sociale groep LHBTI. De Afdeling stelt zes vragen aan de staatssecretaris, achtereenvolgend over algemene informatie, vervolging, terughoudendheid en bescherming door (hogere) autoriteiten.

  • De Afdeling verzoekt de staatssecretaris in te gaan op de juridische en maatschappelijke positie van LHBTI in Cuba in het algemeen en die van transgenders in het bijzonder. De IND wordt gevraagd in te gaan op recente landen informatie van o.a. de US departement of State en ACCORD.(…)
  • De Afdeling vraagt de staatssecretaris toe te lichten waarom hij bij de gegronde uitspraken van 11 december 2017 (ECLI:NL:RBDHA:2017:15056) en 16 januari 2018 (NL17.14640) geen hoger beroep heeft ingesteld.
  • De Afdeling vraagt of een vreemdeling die LHBTI is bij terugkeer naar Cuba te vrezen heeft voor vervolging of reëel risico loopt op 3 EVRM, als hij daar zonder terughoudendheid invulling aan zijn gerichtheid geeft. Zo ja, mag van hem worden verwacht dat hij zich aanpast om dit te voorkomen en op welke wijze?
  • De staatssecretaris wordt gevraagd of LHBTI in Cuba in het algemeen bescherming kunnen krijgen van de autoriteiten wanneer er sprake is van discriminatie door medeburgers of lokale overheden.

ABRvS, 201801023/1 en 201801423/1 en 201801740/1, 23.3.18