In de uitspraak van 7 april 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:721) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat er in het BW geen grond is om de erkenning van een minderjarige vreemdeling na zijn geboorte en voor de leeftijd van zeven jaar door een Nederlander nietig te verklaren vanwege het feit dat de erkenning heeft plaatsgevonden op het moment dat de vader bigaam gehuwd was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verwijst voor dat oordeel naar de limitatieve opsomming van nietigheidsgronden in artikel 1:204, eerste lid, BW.
Dit betekent dat de minderjarige vreemdeling die voor of na zijn geboorte en voor de leeftijd van zeven jaar door een Nederlander is erkend, van rechtswege Nederlander wordt, ook al heeft de erkenning plaatsgevonden op het moment dat de vader bi- of polygaam gehuwde Nederlander is.
WBN 2021/5, 21.6.21 in Staatscourant 32019, 30.6.21
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-32019.html