[Bijstandsafhankelijke ouders met een partner in het buitenland of zonder verblijfsrecht , hebben geen recht op de zogenaamde ALO-kop en missen daardoor de toeslag van 20%]
Uit de CBS monitor over 2016 blijkt dat deze groep alleenstaande ouders met 930 personen een beperkte omvang had. Voorts geeft het CBS aan dat in 2016 vaker dan in 2015 een beroep op de periodieke bijzondere bijstand is gedaan om – vanwege het niet ontvangen van de ALO-kop – het inkomen van de onderzochte doelgroep aan te vullen. Ook het gemiddelde bedrag dat de betreffende doelgroep ontving aan periodieke bijzondere bijstand was in 2016 hoger dan in 2015. Het CBS geeft aan dat dit een indicatie is dat deze groep in 2016 via de periodieke bijzondere bijstand is gecompenseerd voor het aflopen van het overgangsrecht. De LCR adviseert als oplossing voor het «mislopen van de ALO-kop» om de Wet hervorming kindregelingen zodanig aan te passen, dat een compensatie via de bijzondere bijstand niet meer nodig is. Voorts geeft het LCR aan dat indien wordt gekozen voor voortzetting van de compensatie via bijzondere bijstand, geadviseerd wordt om deze compensatiemogelijkheid in de Participatiewet te benoemen en door gemeenten in een verordening te laten uitwerken.
Mede omdat het hier om een relatief kleine en diverse groep gaat, én het bij uitstek situaties zijn die vragen om een beoordeling op basis van lokaal maatwerk, zie ik geen aanleiding om voor de compensatie van het mislopen van de ALO-kop voor een andere oplossing dan de bijzondere bijstand te kiezen. Ik vind het in dit kader wel van belang om gemeenten via de verzamelbrief nogmaals te wijzen op de ALO-kopproblematiek en de beschikbare maatwerkoplossing die via de Participatiewet beschikbaar is.
Kamerstuk 33716 nr. 39, 12.2.18
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33716-39.html