RvS: hartritmestoornis niet te behandelen in Irak

De vreemdeling heeft onder andere een ritmestoornis van het hart. Het is niet in geschil dat een medische noodsituatie ontstaat als medische zorg voor zijn hart uitblijft. De minister is van oordeel dat de noodzakelijke medische zorg in Irak aanwezig is in het Rizgary Teaching Hospital. Hij heeft zich daarbij gebaseerd op het BMA-advies van 9 december 2022….

De vreemdeling klaagt terecht over het oordeel van de rechtbank over de beschikbaarheid van de medische zorg. Uit de door hem overgelegde brief van dr. Ter Bekke van 14 december 2023, volgt dat het erfelijk aritmie-syndroom waar de vreemdeling aan lijdt, erg complex is en vraagt om een gedegen academische kennis van cellulaire en cardiale elektrofysiologie, risico-inschatting alsook van complexe genetica. Als deze aandoening niet goed behandeld wordt, is de kans op overlijden volgens dr. Ter Bekke groot. De complexiteit van de aandoening wordt bevestigd in de door de vreemdeling in hoger beroep overgelegde brief van dr. P.G.A. Volders, cardioloog en hoogleraar Genetische Cardiologie, van 29 maart 2024. Ook in deze brief wordt uitgebreid toegelicht dat de vreemdeling specialistische cardiologische zorg nodig heeft. Daarnaast blijkt volgens dr. Volders op geen enkele wijze dat de noodzakelijke expertise beschikbaar is in het Rizgary Teaching Hospital en hij heeft toegelicht dat het ontbreken hiervan levensbedreigende gevolgen heeft.

De vreemdeling klaagt terecht dat deze informatie wel degelijk reden is voor twijfel aan de beschikbaarheid van de in Irak aanwezige cardiologische zorg. In het BMA-advies is weliswaar gewezen op de aandoening van het hart en dat een follow-up door een cardioloog nodig is. Maar het zegt verder niks over de complexiteit van de aandoening en de specialistische cardiologische zorg die volgens dokters Ter Bekke en Volders nodig is en ontbreekt in het Rizgary Teaching Hospital. Het is dus onduidelijk of en in welke mate rekening hiermee is gehouden in het BMA-advies en of deze specialistische zorg in het Rizgary Teaching Hospital wordt geboden.

De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat de minister zich terecht heeft gebaseerd op het BMA-advies. De grief slaagt.

Het hoger beroep tegen Rb Utrecht NL23.24138, 29.1.24 is gegrond.
RvS 202401258/1/V3, 7.1.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2025:21