De minister van Buitenlandse Zaken heeft de aanvraag van appellante voor een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen.
Appellante heeft de Marokkaanse nationaliteit en is in 2003 geboren in Marokko uit een bigaam huwelijk. Haar vader heeft de Nederlandse nationaliteit en haar moeder de Marokkaanse nationaliteit. Op 16 juni 2022 heeft appellante een Nederlands paspoort aangevraagd bij de Nederlandse ambassade in Rabat, Marokko. De minister heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat appellante meerderjarig was toen zij door haar vader werd erkend en daarom niet door de erkenning de Nederlandse nationaliteit heeft verworven. Het bigame huwelijk heeft wegens strijd met de openbare orde naar Nederlands recht geen rechtsgevolgen en biedt dus geen basis voor het bestaan van familierechtelijke betrekkingen tussen appellante en haar vader.
Hoger beroep tegen Rb den Haag 23/5980, 6.6.24 ongegrond.
RvS 202404683/1/A2, 10.12.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2025:5978