De Rva is de regeling die bepaalt wie opvang krijgt in een Asielzoekers Centrum (AZC). Bewoners van een AZC krijgen opvang en een financiële toelage voor voedsel, kleding, etc. en zijn verzekerd tegen ziektekosten.
Asielzoekers die een eerste aanvraag doen voor een asielvergunning, hebben recht op opvang en zak- en leefgeld tijdens hun procedure tot 28 dagen na de beslissing van de rechtbank. Als het asielverzoek in de snelle procedure (de zogenaamde Algemene Asielprocedure) door de IND afgewezen wordt, bestaat na die afwijzing nog 28 dagen recht op Rva-voorzieningen, maar mag de uitspraak van de rechtbank niet afgewacht worden.
Asielzoekers die een herhaalde asielaanvraag indienen hebben alleen recht op opvang en zak- en leefgeld als hun asielaanvraag níet in de snelle procedure (de zogenaamde Algemene Asielprocedure) door de IND afgewezen wordt. In de wachttijd op het aanvragen van een herhaald asielverzoek hebben zij ook geen recht op voorzieningen.
Kinderen mogen na afloop van hun procedure niet op straat gezet worden. Dat betekent dat deze kinderen en hun ouders recht op opvang en zak- en leefgeld houden. Gezinnen met kinderen worden nu na afloop van hun asielprocedure overgeplaatst naar de Vrijheidsbeperkende Locaties in Ter Apel of Vught, en daarna naar de GezinsLocaties in Katwijk of Gilze.
Uitstel van vertrek om medische redenen moet aangevraagd worden bij de IND. Als de IND de aanvraag goedkeurt (en in sommige gevallen ook tijdens de procedure) bestaat recht op opvang in een AZC en een Rva-uitkering. Zie meer informatie bij uitstel van vertrek vanwege medische redenen en opvang vanwege medische redenen.
Uit de jurisprudentie valt af te leiden dat het COA een eigen verantwoordelijkheid heeft om te toetsen of er bijzondere omstandigheden zijn waardoor er wel opvang geboden moet worden. Dat betekent dat iemand die een beroep heeft gedaan op artikel 64 waarop nog niet is besloten, het COA wel kan verzoeken om opvang vanwege zijn situatie.