De Nederlandse overheid is verplicht tot het bieden van opvang en bescherming voor vrouwen die slachtoffer zijn van geweld en aan slachtoffers vrouwenhandel. Het kan gaan om huiselijk geweld, eergerelateerd geweld maar ook om mensenhandel (uitbuiting) en achterlating. Daarbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen migranten met en zonder verblijfsvergunning.
De vrouwenopvang heeft als belangrijkste taak opvang en begeleiding te bieden aan mensen die bescherming nodig hebben in verband met geweld.
Om de hulp zo goed mogelijk aan te bieden is het belangrijk te beginnen met de achtergrond van het geweld. Dat kan zijn:
Migranten die geen verblijfsvergunning hebben en slachtoffers of getuige worden van mensenhandel hebben recht op opvang en bescherming. Zij vallen onder een speciale regeling: de regeling Mensenhandelslachtoffers, voorheen de B9-regeling.
Slachtoffers van mensenhandel krijgen eerst een periode van 3 maanden bedenktijd. Zij kunnen dan besluiten aangifte bij de politie te doen. Na aangifte krijgt het slachtoffer een tijdelijke verblijfsvergunning.
Gedurende de bedenktijd, en in de eerste periode na aangifte bestaat recht op opvang in de vrouwenopvang of in gespecialiseerde opvang voor slachtoffers. Gedurende de bedenktijd bestaat recht op een speciale uitkering van het COA, de Rvb-regeling. Na de aangifte heeft het slachtoffer een verblijfsvergunning en dus recht op een uitkering en werk. Dit recht stopt als de verblijfsvergunning eindigt.
Vormen opvang slachtoffers vrouwenhandel in Europa (literatuur)
Recht op Rvb voor slachtoffers vrouwenhandel (jurisprudentie)
Voor vrouwen zonder verblijfsvergunning die in de vrouwenopvang terecht zijn gekomen, moet per geval bekeken worden wat het perspectief is op een verblijfsvergunning en op sociale voorzieningen tijdens de procedure.
Vrouwen die te maken hebben met huiselijk geweld of eergerelateerd geweld moeten worden opgevangen in de vrouwenopvang. Na de intake moet worden onderzocht wat de juridische positie van de vrouw is. Als blijkt dat de vrouw geen verblijfsvergunning heeft, kan mogelijk een aanvraag worden ingediend voor een verblijfsvergunning 'schrijnend' in verband met huiselijk geweld. Om de aanvraag succesvol te laten zijn, moet bewezen worden dat er huiselijk geweld heeft plaatsgevonden. De volgende documenten zijn daarbij nodig:
Als de aanvraag voor een verblijfsvergunning is ingediend, kan binnen twee weken een beroep worden gedaan op de Regeling Verstrekkingen voor bepaalde categorieën vreemdelingen (Rvb) van het COA. De Rvb-regeling biedt leefgeld en een ziektekostenverzekering. Dit geldt als 'voorliggende voorziening', het is daarom niet mogelijk sociale voorzieningen aan te vragen voor deze vrouw bij de gemeente.
Literatuur basisrechten ongedocumenteerde vrouwen
Beleid toegang vrouwenopvang