EHRM : wettelijke basis nodig voor binnentreden woning ongedocumenteerde & handboeien alleen indien noodzakelijk

Op 19 maart 2015 werd een nieuw Bevel Grondgebied te Verlaten ten aanzien van verzoekster uitgevaardigd, samen met een beslissing tot terugleiding naar de grens en vasthouding. Diezelfde dag werd door de Dienst Vreemdelingenzaken instructies gegeven om de woning van verzoekster te controleren en verzoekster op te pakken indien zij inmiddels niet vrijwillig het grondgebied verlaten had. Toen verzoekster de deur van haar woning opende, werd ze door de politie gearresteerd en geboeid afgevoerd naar een gesloten centrum.

Verzoekster bracht de zaak voor het EHRM en beriep zich op een schending van artikel 8 EVRM wegens het onrechtmatig betreden van haar woning en het onnodig gebruik van handboeien.

Volgens het EHRM staat het vast dat de politie zich voor een controle naar de woning van verzoekster begaf, maar bestaat er discussie over het feit of de politie al dan niet verzoeksters woning betrad. Op basis van de verklaringen van verzoekster oordeelt het EHRM dat er een inmenging van het recht op eerbiediging van de woning door de overheid was.

Het EHRM brengt in herinnering dat een inmenging in het recht op eerbiediging van de woning enkel kan plaatsvinden binnen een wettelijk kader, om zo de betrokkene voldoende en adequaat te beschermen tegen een arbitrair overheidsoptreden. Het EHRM stelt vast dat in casu de inmenging in de woning van verzoekster zonder wettelijke basis gebeurde en dat nergens uit blijkt dat verzoekster toelating gaf om haar woonst te betreden. Het principe van de onschendbaarheid van de woning is uitdrukkelijk in artikel 15 van de Belgische Grondwet vervat. De inmenging in het recht op eerbiediging van de woning van verzoekster ontbeerde dan ook een wettelijke basis, zodat er volgens het EHRM sprake is van een schending van artikel 8 EVRM.

Omdat de noodzaak van het gebruik van handboeien volgens het EHRM door de overheid niet werd aangetoond, stelde het Hof ook op dit punt een schending van artikel 8 EVRM vast. 

Op basis hiervan veroordeelde het EHRM België dan ook tot het betalen van een schadevergoeding aan verzoekster.
EHRM AFFAIRE SABANI c. BELGIQUE (Requête no 53069/15), 8.3.22
https://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-216023