GerechtsHof: Gezagsbepaling in Marokkaanse scheidingsakte ongeldig want NLs recht geldt

De vrouw heeft een verzoek tot echtscheiding ingediend met als nevenverzoek o.m. het eenhoofdig gezag over de kinderen. In een eerder in Marokko vastgestelde echtscheidings-beschikking staat dat de vrouw afstand zou hebben gedaan van het gezag.

De kinderen hebben sinds 2007 hun gewone verblijfplaats bij de vrouw in Nederland. Gelet op art. 5 lid 1 Haags Kinderbeschermingsverdrag was de Marokkaanse rechter in 2008/2009 derhalve niet bevoegd maatregelen omtrent het gezag over de kinderen te nemen. Het feit dat het maatschappelijk leven van de kinderen zich sinds 2007 in Nederland afspeelt, is aanleiding om de erkenning van de in de Marokkaanse echtscheidingsbeschikking gegeven gezagsbeslissing te weigeren. Dit betekent dat onverminderd dient te worden uitgegaan van het bestaan van het gezamenlijk gezag na de echtscheiding van partijen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 200.158.101, 4.6.15
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2015:4049