De uitgangspunten bij het in 2019 genomen besluit rond het omgaan met de discretionaire bevoegdheid blijven overeind. Dit betekent dat ik onverminderd belang hecht aan een vereenvoudigde en efficiënte procedure bij de IND, en dat het besluit een verblijfsvergunning te verlenen op grond van schrijnende omstandigheden uit de politieke sfeer dient te blijven. Hoewel ik dus als minister van Asiel en Migratie eindverantwoordelijkheid draag, blijf ik de toepassing van de bevoegdheid te besluiten over asielaanvragen mandateren aan de directeur-generaal IND. Teneinde de in 2019 beoogde vereenvoudigde en efficiënte procedure van de IND te behouden ben ik voornemens het beleidskader aan te passen in lijn met het Vreemdelingenbesluit.
https://open.overheid.nl/documenten/335790d1-1eb8-495e-b94a-53c7820e01f7/file, 27.5.25
Verwijst naar: RvS 202302288/1/V1, 27.8.25